Aanstormend talent Martijn Broekaart zei acht jaar geleden: “Ik hoef niet beroemd te worden. Ik wil mensen gewoon een leuke avond bezorgen of dat nu het publiek van Carré of Den Dullaert is. Dat maakt mij echt niet uit.” Inmiddels heeft hij met zijn klasgenoten van de Frank Sanders Akademie al in Carré gestaan. Maar er is nog leuker nieuws. Hij keert terug naar Zeeuws-Vlaanderen met zijn allereerste avondvullende theaterprogramma. In oktober 2015 is de show te zien in het Scheldetheater in Terneuzen. Tijd dus om weer mijn archief in te duiken.
Martijn en ik komen uit hetzelfde kleine dorpje in Zeeuws-Vlaanderen: Graauw. Allebei hebben we onze droom gevolgd. En ik denk dat men bij ons allebei wel eens heeft gedacht ‘wat moet dat worden, daar is toch geen cent mee te verdienen’. Maar als ik het nieuws vandaag zo lees – en natuurlijk volg ik zijn verrichtingen op de voet – dan hoeft niemand zich daar zorgen over te maken. Martijn is recent avond aan avond te bewonderen geweest in het ensemble van de succesvolle Vlaamse musical ’14-’18. Voor wie deze hit niet kent, dat is in Vlaanderen wat Soldaat van Oranje – De Musical in Nederland is. En nu dan de aankondiging van zijn eigen show.
Volgens mij staat hij aan de start van een veelbelovende carrière. Aan zijn inzet zal het in ieder geval niet liggen. Dat heb ik ervaren in de keren dat ik hem – in het begin van mijn carrière – interviewde voor de regionale krant. Ik denk dat ik wel een keer of drie aan de telefoon hing of ik hem weer mocht interviewen. Maar het onderstaande artikel geeft wat mij betreft de echte Martijn weer. Gedreven, enthousiast en vol humor. Het is op 4 december 2006 gepubliceerd in de rubriek ‘Het weekend van…’ in de Zeeuws-Vlaamse editie van BN/De Stem.
‘Ik hoef niet beroemd te zijn’
Door Patricia de Ryck
De weekenden van de 14-jarige Martijn Broekaart zijn goed gevuld. Een voorbeeld? Afgelopen vrijdag hielp hij op een bruiloft, zaterdag repeteerde hij voor een musical en vierde hij sinterklaas met de familie en gisteren ging hij naar het concert van Christina Aguilera.
Zelf heeft hij er niet zo’n moeite mee, want hij doet gewoon allemaal leuke dingen in het weekend. Zoals spelen bij Musical Exchange in het Belgische Sint Niklaas. Het moment van de première op 29 december komt steeds dichterbij, dus er moet veel gerepeteerd worden. “Ik vertrek dan rond half acht ’s ochtends richting de bushalte in Hulst. Ik vind het niet vervelend dat ik zo vroeg uit bed moet, want ik doe dit gewoon heel graag. Al vloek ik ’s ochtends wel eventjes als de wekker gaat.”
Dit is het eerste jaar dat Martijn mee speelt met de musicalgroep. “Ik kende een jongen die al bij deze groep speelde. Toneelspelen en zingen is heel leuk, daarom heb ik ook auditie gedaan. Ik moest twee nummers zingen en een grappig stukje opvoeren. Voor mijn gevoel ging het echt helemaal niet goed, maar ik was toch door. Dit jaar spelen we het stuk Belle & het Beest. Ik speel een kluns. Dat bevalt me wel.”
Martijn bezoekt graag musicals. “Laatst ben ik naar Grease geweest. Als ik dan in de zaal zit, begint het bij mij ook wel te kriebelen. Ik zou zelf het liefst op het podium staan. Daar droom ik echt van. In het begin wilde ik altijd cabaretier worden, maar nu kies ik toch voor de musical. Al weet ik niet of dat gaat lukken, want ik ben niet zo’n danstalent.”
Ondanks zijn twijfels over zijn danskunsten weet Martijn zeker dat hij op de planken wil staan. “Ik hoef niet beroemd te worden. Ik wil mensen gewoon een leuke avond bezorgen of dat nu het publiek van Carré in Amsterdam of Den Dullaert in Hulst is. Dat maakt mij echt niets uit.”
Nu repeteert Martijn iedere zaterdag van tien tot vijf uur in Sint Niklaas. Soms is het wel eens moeilijk om te combineren met zijn andere hobby: drummen bij Fanfare Nooit Gedacht in Graauw. “Na zo’n dag ben ik echt kapot. Dan relax ik lekker ’s avonds, bijvoorbeeld door te kijken naar de X-Factor. Je ziet dan dat heel veel mensen ambitie hebben. Zelf zou ik er nooit aan mee doen. Ik vind het veel te commercieel. Geef mij maar gewone audities. Al moet ik dan nog een paar jaartjes wachten, want veertien is toch nog iets te jong.”
Gister is hij naar het concert van Christina Aguilera geweest. “Toen ik thuis kwam na een repetitie van de fanfare hoorde ik dat we naar dit concert in het Antwerpse Sportpaleis zouden gaan. Ik luister wel naar haar muziek, maar ik ben geen echte fan hoor. Mijn zus vindt het veel leuker. Ik ga liever naar het theater. Al is het natuurlijk ook hartstikke leuk om eens zo’n concert mee te maken.”